K.B.T.C. - C.R.B.T.

Hoogbenige terrier.

Schofthoogte 39 cm. Geen trimvacht, mag wel bij getoiletteerd worden.

Oorsprong Engeland. Heeft dezelfde standaard als de ruwhaar, doch juist de haarkwaliteit is verschillend. De vacht van de gladhaar moet recht, vlak, kort, hard, dicht en overvloedig wezen.

Wordt gebruikt voor de jacht op de vos, zoals zijn naam Fox Terrier aantoont. Zoals bij vele terrierrassen, worden de oude Black en Tan Terriers tot de voorouders gerekend. Vroeger was hij dan ook donkerder van kleur en werden geselecteerd door de jagers, met de minder moedigen. Werd er niet verder gefokt, een automatische selectie op onverschrokkenheid en volharding. Men vindt, dit thans nog in dit ras terug. De overwegend witte kleur vindt men nog steeds belangrijk, de raspunten vermelden duidelijk dat wit moet overheersen.

De Gladharige Fox Terrier wordt de Kroonprins der Terriers genoemd, hij zal altijd een bepaalde kring van echte liefhebbers om zich blijven verzamelen.

 

Oorsprong : Ierland. Het graafschap Wicklow in de Glen of Imaal.

Hij staat bekend als een goede waakhond en wordt nog steeds als ongedierteverdelger en echte werkhond erkend.

Hij is zeer zwaar gebouwd, met korte sterke benen. De voorbenen zijn licht gebogen en de voorvoeten iets naar buiten gedraaid. Het is beslist geen schoothondje, maar een robuuste hond met een iets langer lichaam.

Een uitstekende waakhond, aanhankelijk voor de baas en zachtmoedig tegenover kinderen, niettegenstaande hij een felle jager is. Ook is hij vrolijk van aard, vriendelijk en volgzaam.

De vacht moet dubbel zijn en middelmatig lang, liefst tarwekleurig, maar ook blauw gestroomd. Er wordt nauwelijks iets aan het toilet van dit ras gedaan. 

 

Monique Van Brempt.

Hoogbenige terrier.

Schofthoogte ±47 cm, hangende oren.

De oorsprong is Ierland. Hij is nog steeds een echte stroper en prima waakhond tegen indringers op twee en op vier benen.

Er is weinig geweten over zijn afstamming en het ontstaan van het ras. Men vermoedt dat deze terrier een afstammeling van de “MADAHD” is, een hond in Zuid-Ierland.

Een terrier die weinig eisen stelt, hij is immers ook weinig gewend geweest in zijn stamland “Ierland”. Er is een bepaald verwantschap met de Ierse en de Kerry Blue Terrier. Hij is een goede verdelger van ratten en muizen en prima konijnen vanger. Voor de jacht op de das is hij zeer geschikt.

Zacht van aard en zeer aanhankelijk, alsook intelligent en wordt meer en meer als huishond gehouden.

De kleur is tarwekleurig, het haar zacht, zijdeachtig en weelderig met golvende of grote losse krullen. 

Een actieve, korte en goed gebouwde hond, waarvan kracht uitstraalt.

Goed van aard, geestig en speels.

 

Monique Van Brempt.

Hoogbenige terrier.

Schofthoogte ±46 cm.

Oorsprong Ierland. Een jachthond op ongedierte, maar moest ook huis en hof beschermen als waakhond. Hij is speelkameraad voor kinderen en maakt deel uit van het gezin.

Hard en moedig, maar ook hartelijk, gastvrij en trouw. Een “family dog” dit wil zeggen, hecht zich niet aan één persoon, maar aan het hele gezin. Hij heeft de bijnaam “Dare Devil” onversaagde duivel. 

Gestrekt van bouw (racy). Hij moet volgens de raspunten de sierlijke lijnen van een renpaard vertonen. Is egaal van kleur, rood of tarwekleurig. Oren en staart geven door hun houding zijn gemoedsstemming aan net als bij meerdere terrierrassen. Heeft een dubbele vacht en moet tenminste 3x per jaar getrimd worden. 

Een grote kynoloog zei : De Ierse Terrier zal nooit populair worden,  maar zal de hond van de “happy few” blijven.

De staart wordt in België nog gecoupeerd.

 

Monique Van Brempt.

Herkomst: De Jack Russell Terriër is een aan de Parson Russell Terriër verwant ras. Aanvankelijk werden deze twee rassen door elkaar gefokt. De Parson Russell werd internationaal in 1990 (voorlopig) erkend. De Jack Russell bleef in het Voorlopig Register (VR) van de Raad van Beheer achter en werd in Nederland in 1999 erkend als ras. Dat VR werd in november 2001 gesloten. De Jack Russell werd toen internationaal (voorlopig) erkend en het ras werd opgenomen in de Bijlage van het hoofdstamboek (NHSB). 

De Jack Russell verschilt van de Parson Russell met name in lichaamsverhoudingen en maat, maar is net als de Parson een normaalbenige terriër. Groot-Brittannië is het land van herkomst, maar daar is de Jack Russell niet officieel erkend. Het land van ontwikkeling is Australië, waar de Jack Russell al tientallen jaren een erkende rashond is. Het ras komt in Nederland zeer veel voor.

 

Algemeen voorkomenSterk, actief, lenig en behendig. Het is een krachtige, maar kleine terriër. Hij is langer dan hoog, maar met rechte, normaal gevormde benen. De borstkas is met twee handen te omspannen. Het snelle gangwerk is recht en vast. Maakt de indruk van een werkende terriër.

 

 

Schofthoogte25-30 cm.

 

Gewicht5-6 kg (1 kg per 5 cm hoogte)

 

VachtEr zijn drie soorten beharing; gladharig, “broken” (een tussenvorm) en ruwharig. De vacht moet altijd hard en weerbestendig zijn. Kleur; overwegend wit, met eventueel zwarte en/of tan kleurige aftekeningen. Het tan (kastanjekleurig) kan licht tot zeer warm van kleur zijn. 

LET OP; Er bestaan geen raszuivere Jack Russells met de kleuren black & tan, golden en zilver. Dit zijn ongeoorloofde kleuren en deze Jack Russells zijn dus niet raszuiver. Genetisch gezien heeft een Jack Russell altijd, in meerdere of mindere mate, wit in de beharing. 

 

GebruikHet ras wordt nog steeds gebruikt voor het oorspronkelijke werk; het opsporen van wild onder de grond. Hierdoor is hij een zelfstandig werkende jager, die als huishond wat eigenwijs kan zijn. 

 

 

GezondheidFokdieren worden onderzocht op Patella Luxatie en erfelijke oogafwijkingen.

 

Problemen die regelmatig in dir ras voorkomen:

gebogen fronten;

matige voor- en achterhandhoeking;

slecht en/of onregelmatig gangwerk.

 

AardEen vrolijke, gezellige huishond. Trouw en kan goed overweg met kinderen. Zeer actief, heeft dus behoefte aan meer dan een blokje om. Moet zijn energie kwijt kunnen, anders gaat hij dat binnenshuis doen. Heeft een goede, consequente opvoeding nodig! Door zijn onvermoeibare aard zeer geschikt voor hondensporten als behendigheid en flyball.

 

 

BijzonderhedenDe ruwharige vacht moet eens in de paar maanden geplukt worden; dit geeft echter minder verharen in huis.

Herkomst: De Japanse Terrier is ontstaan in het midden van de 18de eeuw, toen Engelse (en Nederlandse?) zeelieden naar Japan kwamen en hun gladharige Fox Terriërs kruisten met inheemse Japanse honden. Die kruisingen werden als jachthond en als gezelschapshond gebruikt. Buiten Japan, waar het ras in 1930 wordt erkend, komt hij nauwelijks voor.

 

Algemeen voorkomenEen kleine, compacte en sierlijke hond met tamelijk lichte botten. De oren zijn hoog aangezet, klein en dun, evenals de staart, die in het land van herkomst gecoupeerd wordt. Maakt een vrij vierkante en racy indruk.

 

Schofthoogte30 - 37,5 cm

 

Gewicht4,5 - 6 kg

 

VachtDe vacht is vrij zacht, fijn, dicht en glanzend. Kleur: wit met zwarte en bruine aftekeningen op het hoofd. Een kleine zwarte vlek op de rug of bij de staart is toegestaan.

 

GebruikGefokt als gezelschapshond, maar ook prima in staat om te werken, zoals bij voorbeeld het apporteren van wild uit het water.

 

GezondheidGeen ernstige rasgebonden afwijkingen bekend.

 

AardLevendig, lief en soms wat wispelturig.

 

BijzonderhedenDe vacht heeft geen specifiek onderhoud nodig.